De laatste generatie walvisvaarders uit Nederland spreekt.
themuut | 4 augustus 2019Lezing door Anne-Goaitske Breteler, auteur van de Traanjagers
Op zondag 18 augustus vindt er om 14.30 een lezing plaats in het Natuurhistorisch Museum Maastricht rond het boek de Traanjagers. Een boek vol herinneringen van naoorlogse walvisvaarders.
Anne-Goaitske Breteler beschrijft de expedities tussen 1946 en 1964. Een stukje verborgen geschiedenis lijkt het. Deze lezing is onderdeel van de grote Walvisdag in het museum.
Van helden naar moordenaars
Helden waren zij tijdens de wederopbouwjaren in de vorige eeuw. Nederland had net na de Tweede Wereldoorlog een groot tekort aan vetten en oliën. Via de walvisvaart, die nieuw leven werd ingeblazen, kwamen er tonnen walvistraan naar Nederland. De traan die werd gekookt uit de blubber van een walvis stond gelijk aan de jaarlijkse vetproductie van 275 koeien.
Zestig jaar later zwijgen de meeste walvisvaarders over het werk dat ze ooit deden en over hun avontuurlijke reizen naar de Zuidpool. Het imago van de walvisvaarders is omgeslagen. Van helden veranderden ze in moordenaars van een beschermde diersoort.
“Er rust een taboe op’’, zegt studente Anne-Goaitske Breteler (22). Zij heeft de vergeten geschiedenis opgediept voor haar boek De traanjagers. Herinneringen van naoorlogse walvisvaarders.
Rauwe arbeid
“Het was hard werken aan boord. Soms moesten er wel 90 walvissen bewerkt worden”, zegt Breteler. “Aan boord zaten veel Friezen. Die hadden het imago dat ze niet vies waren van hard werken.’’
De arbeidsomstandigheden waren rauw en hard. “Een echtgenote zei over haar man: als hij thuis kwam stonk hij wekenlang naar traan. Op het dek lagen resten van de walvissen te rotten. Die geur was geen pretje.”
Over Anne- Goaitkse
Anne-Goaitske Breteler – ze is 22 jaar oud als het boek uitkomt – is in Noordoost-Friesland geboren en opgegroeid. Voor ze in Amsterdam Culturele Antropologie en Publieksgeschiedenis ging studeren had ze een bijbaantje in walvisvaardersafé De Bûnte Bok in het Friese dorpje Lioessens. Oud-walvisvaarders kwamen daar aan de stamtafel hun herinneringen ophalen en aan de muren hingen objecten die aan die tijd refereerden: snijmessen, potvistanden, een opgezette albatros. Als tiener raakte Breteler geïntrigeerd door die objecten en verhalen, de mannen en hun bijnamen. Het werd het begin van een onderzoek naar wat de mannen bond, de naoorlogse walvisvaart. Ze bezocht de walvisvaarders thuis en tekende hun verhalen op.
Deze verhalen zijn gebundeld in het boek ‘De traanjagers’ dat gedurende de hele tentoonstelling te koop is in ons museum. Vandaag zal Anne-Goaitske tevens signeren.
Tentoonstelling Walvis-Vindplaats maastricht
Jaren lagen ze achteloos in een vitrine in het Natuurhistorisch Museum Maastricht: een aantal gebroken walviswervels en -ribben. Ze werden in 1979 gevonden in de voormalige ENCI-groeve in de Sint-Pietersberg in Maastricht. Pas in 2014 stelde een onderzoeksteam de ouderdom van de ‘ENCI-walvis’ vast: Laat-Eoceen, met andere woorden tussen 37 en 33 miljoen jaar oud! Een bijzondere vondst, want in Europa zijn maar weinig Eocene walvisresten bekend. De wervels en ribben van de ‘ENCI-walvis’ vormen het middelpunt van de expositie ‘Walvis – Vindplaats: Maastricht’.
De tentoonstelling ‘Walvis – Vindplaats: Maastricht’ wekt zowel moderne walvissen als de ‘ENCI-walvis’ tot leven. Ook wordt duidelijk welke unieke plek deze voorouder inneemt in de evolutie van de walvis van land- tot zeezoogdier.
Leeftijd: vanaf 12 jaar |Deelname: alleen reguliere entree museum| Aanmelden voor lezing: museum@maastricht.nl